In Den Haag zijn dit voorjaar weer duizenden padden, kikkers en salamanders geholpen tijdens hun jaarlijkse tocht naar het water. Daarbij moesten ze diverse straten – zoals de Kwekerijweg en de Laan van Poot - oversteken. Om te voorkomen dat ze hierbij werden overreden stonden er 175 vrijwilligers van de Dierenbescherming klaar die hen hielpen veilig de overkant van de weg te bereiken. De vrijwilligers stonden vanaf zonsondergang klaar met hun zaklamp en reflecterend hesje.

De padden trekken in het vroege voorjaar van de plek waar ze overwinteren naar een plaats met water waar ze kunnen paren. De trek begint meestal eind februari, maar dit hangt af van de temperatuur en weersomstandigheden. Vanwege de lang aanhoudende kou maar vooral droogte begon de paddentrek pas op 7 maart echt goed.

Dit voorjaar zijn er 7.338 padden, 400 kikkers en 119 salamanders overgezet. Dat betekent een stijging van 23 procent in het aantal padden, 46 procent in het aantal kikkers en 32 procent in het aantal salamanders. Ondanks de vele vrijwilligers en de plaatsing van verkeersborden door de gemeente, waren er helaas wel meer verkeersslachtoffers (12 procent meer padden en 48 procent meer kikkers) dan andere jaren. Op de Ver-Huëllweg vielen de meeste slachtoffers; 88 padden.

Een aparte locatie was de Duinweg waar de weg door middel van slagbomen werd afgesloten zodat de amfibieën zelfstandig kunnen oversteken zonder last te hebben van hardlopers, fietsers of auto’s. Vrijwilligers bedienden de slagbomen twee keer per dag, om 19.00 uur om de straat af te sluiten en om 07.00 uur om de weg weer te openen.